Zwangerschapsdiabetes

Een op de 20 vrouwen krijgt te maken met zwangerschapsdiabetes (zwangerschapssuikerziekte). We hebben het dan niet over vrouwen die al diabetes type 1 of 2 hadden voordat ze zwanger werden.

Zwangerschapsdiabetes is een vorm van diabetes die goed behandeld kan worden en die ontstaat tijdens je zwangerschap. Je lichaam is dan minder gevoelig voor insuline. Bij de meeste zwangere vrouwen kan de alvleesklier voldoende extra insuline aanmaken. Bij vrouwen met zwangerschapsdiabetes lukt dat niet. Er is te weinig insuline en hierdoor wordt de bloedsuiker te hoog. Van zwangerschapsdiabetes hoef je niets te merken, maar het kan ook zijn dat je merkt dat je veel dorst hebt en vaak moet plassen.

Meer kans op zwangerschapsdiabetes

In sommige gevallen heb je een grotere kans op zwangerschapsdiabetes.

  • Je hebt al eerder zwangerschapsdiabetes gehad.
  • Je hebt overgewicht (een BMI van 30 of hoger).
  • Je hebt eerder een relatief zwaar kind gekregen.
  • Je baby lijkt aan de grote kant of er lijkt veel vruchtwater te zijn.
  • Je hebt een vader, moeder, broer of zus met diabetes type 2.
  • Je bent van Afrikaanse, Zuid-Aziatische of Midden-Oosterse afkomst.
  • Je hebt in een eerdere zwangerschap je baby verloren, zonder dat duidelijk was waarom.
  • Je hebt polycysteus-ovariumsyndroom. Je vindt hierover meer informatie op Thuisarts.nl.

Test

Heb je een verhoogde kans op zwangerschapsdiabetes, maar heb je het nog niet eerder gehad? Dan krijgt je tussen de 24e en 28e week van je zwangerschap een test, de glucosetolerantietest. Je moet op je nuchtere maag een zoet drankje drinken. Voor en na het drinken wordt je bloedsuikergehalte gemeten. Zo kan gecontroleerd worden of je zwangerschapsdiabetes hebt.

Risico’s van zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes brengt verschillende risico’s met zich mee.

  • Als het niet goed lukt om je bloedsuikers onder controle te krijgen, kan het zijn dat je baby zwaar is bij de geboorte. Een zware baby kan de bevalling moeilijker maken. Soms kiest de arts er dan voor om de bevalling in te leiden rond week 38 of 39 van de zwangerschap.
  • Je baby kan direct na de geboorte last hebben van te lage bloedsuikerwaarden. Als dat zo is, wordt je baby steeds gecontroleerd tot de bloedsuikerspiegel stabiel is.
  • De kans op een vroeggeboorte is groter.
  • Kinderen van een moeder met zwangerschapsdiabetes hebben een verhoogde kans dat ze later zelf diabetes type 2 krijgen. Deze vorm van diabetes is met medicijnen te behandelen, maar brengt wel gezondheidsrisico’s met zich mee.

Aanpassingen in je leefstijl

Zwangerschapsdiabetes ontwikkelt zich vaak rond de 24e week van de zwangerschap. Na de diagnose krijg je een dieet en het advies om meer te bewegen. Zo wordt geprobeerd om de bloedsuikerspiegel goed te krijgen. Je controleert dan een aantal dagen je bloedsuikergehalte. Als een dieet en meer bewegen niet genoeg helpen, krijg je insuline voorgeschreven. Je kunt de insuline injecties zelf toedienen.

Behandeling

Als je zwangerschapsdiabetes hebt kom je onder behandeling van een diabetesteam in het ziekenhuis. In het team zitten een internist, gynaecoloog, diabetesverpleegkundige en diëtist. Je moet ook in het ziekenhuis bevallen. Zo worden jij en je baby tijdens en na de bevalling goed in de gaten gehouden.

Hogere kans op diabetes type 2 na de zwangerschap

De zwangerschapsdiabetes verdwijnt meestal na de bevalling. Maar als je zwangerschapsdiabetes hebt gehad, heb je 50% kans om binnen 5 tot 10 jaar diabetes type 2 te ontwikkelen. Het is dus verstandig om je leefstijl aan te passen en zo nodig af te vallen. Bij een volgende zwangerschap is de kans op zwangerschapsdiabetes hoger. Daarom is het goed om na je zwangerschap ieder jaar je bloedsuiker te laten controleren bij de huisarts. Zo kun je op tijd ontdekken of je misschien diabetes type 2 hebt.

Deel dit artikel

Voor jou