Ontsluitingsweeën

De bevalling begint in de meeste gevallen met ontsluitingsweeën. Deze beginnen meestal vrij rustig en worden naarmate de bevalling vordert steeds regelmatiger en krachtiger. Ze zorgen ervoor dat de baarmoedermond langzaam opengaat.

Wat voel je precies bij ontsluitingsweeën?

Ontsluitingsweeën kunnen door je hele lichaam trekken: je buik, rug en bovenbenen. Ze zijn zeker aan het eind van de ontsluiting pijnlijk.

  • Een flinke ontsluitingswee kan een minuut aanhouden.
  • De weeën komen heel regelmatig, om de drie tot vier minuten.
  • Een wee is te vergelijken met een golf. Hij komt aanrollen, wordt hoger en hoger, en zakt op het hoogtepunt weer weg.
  • Vooral het hoogtepunt van de wee is pijnlijk. Daarna neemt de pijn weer snel af, tot de volgende wee.
  • Tussen de weeën door heb je rust, voel je geen pijn en kun je op adem komen.

Ontsluiting

Tegen het einde van de ontsluiting zijn de weeën het krachtigst. De baarmoedermond staat dan bijna 10 centimeter open. De verloskundige controleert regelmatig hoe ver de ontsluiting gevorderd is.

Heftige weeën

Als de weeën heel heftig worden, is het moeilijker om je te ontspannen. Het lukt dan ook vaak niet meer om tot in je buik te ademen. Wat doe je dan?

  • Je kunt je weeën ‘wegpuffen’. Adem diep in door je neus en adem uit in kleine, korte pufjes. Je blaast de lucht door je mond naar buiten.
  • Je kunt tijdens het wegpuffen een zinnetje voor jezelf opzeggen, in het ritme van je pufjes, bijvoorbeeld: ‘Deze wee komt nooit meer terug.’ Dit leidt de aandacht wat af van de pijn.
  • Je kunt ergens in knijpen, bijvoorbeeld een tennisbal, een kussen of de hand van je partner.
  • Soms helpt het om op het hoogtepunt van de wee hardop te tellen. Je telt de wee als het ware naar het einde toe.
Deel dit artikel

Voor jou