Ondergewicht

Als je puber te mager is of te licht, kan dat vervelend zijn voor je kind. Als ouder maak je je misschien wel zorgen over het gewicht van je kind. Maar dat is niet altijd nodig. Het kan ook zijn dat een laag gewicht gewoon bij je puber hoort. Er is pas sprake van ondergewicht als het gewicht van je puber fors lager is dan normaal voor jongeren van dezelfde leeftijd met dezelfde lengte.

Mogelijke oorzaken van ondergewicht

Ondergewicht kan door verschillende oorzaken ontstaan. Het kan zijn dat je puber slechte eetgewoonten heeft en bijvoorbeeld niet ontbijt, of geen trek heeft en niets lust. Als een puber goed lijkt te eten en toch niet op gewicht blijft, kan er een andere oorzaak zijn, bijvoorbeeld een ziekte, een serieus eetprobleem of een (beginnende) eetstoornis.

Ondergewicht is niet hetzelfde als ondervoeding

Heeft je puber een te laag gewicht, dan hoeft dat niet te betekenen dat je puber ook ondervoed is. Als je kind goed eet en zich gezond voelt, hoeft een laag gewicht geen probleem te zijn. Je puber kan bijvoorbeeld door de snelle groei in de puberteit tijdelijk een wat lager gewicht hebben. Of je kind heeft van nature een laag gewicht, bijvoorbeeld omdat de ouders ook een laag gewicht hebben. Dan is je puber misschien licht voor zijn leeftijd of lengte, maar hoef je je geen zorgen te maken.

Eetproblemen

Pubers bepalen zelf wat ze eten. Het kan zijn dat je puber weinig eet, extreem gezond eet of een dieet volgt. Als ouder kun je je behoorlijk zorgen maken als je puber een lastige eter of een kleine eter is. Maar dat is niet altijd nodig. Als je puber goed groeit en goed functioneert, dan hoef je je meestal geen zorgen te maken.

Gezondheidsrisico’s van ondervoeding

Eetproblemen bij pubers kunnen leiden tot ondergewicht en ondervoeding. Als je kind langere tijd onvoldoende eet, voelt het zich misschien snel moe. Pubers die te weinig eten hebben weinig energie. Hun conditie gaat achteruit en hun weerstand neemt af. Als je zoon of dochter langere tijd weinig eet, kunnen er na een tijdje voedingstekorten ontstaan en kunnen de groei en ontwikkeling achterblijven. Ernstige ondervoeding kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid van je puber.

Ondervoeding zonder ondergewicht

Ondervoeding zonder ondergewicht bestaat ook. Soms hebben pubers een eetpatroon met veel te weinig voedingstoffen en mineralen, zoals ijzer, calcium, jodium en zink. Zo kan je kind met een normaal gewicht toch ondervoed zijn.

Pubers zijn gevoelig voor influencers en bepaalde hypes. Misschien volgt je puber een voedingshype en krijgt daardoor een tekort aan voedingsstoffen, zoals eiwitten. Ook dat kan leiden tot ondervoeding.

Eet gezond

Als je puber te weinig weegt of een kleine eter is, dan is het in ieder geval belangrijk om gezonde maaltijden op tafel te zetten, zodat je zoon of dochter de kans heeft om gezond te eten. Het lichaam heeft veel eiwitten, vitamines en mineralen nodig om fit en sterk te blijven.

Voedingstips bij ondergewicht

Bij ondergewicht is het belangrijk dat je puber regelmatig eet. Laat je puber tussendoor producten eten met veel eiwitten en voldoende goede vetten. Eiwit zit vooral in vlees, vis, vleesvervangers, ei, melk(producten), noten en peulvruchten. Gebruik vloeibare bak- en braadproducten of olie voor het bereiden van de maaltijd en zorg voor margarine op brood.

Nog meer tips bij ondergewicht

  • Wees vooral positief en praat niet steeds over aankomen.
  • Probeer je puber mogelijkheden te bieden om gezond te eten en te bewegen.
  • Het is vaak moeilijk om aan te komen. Eén kilo erbij in drie of vier weken is al goed. Soms is niet afvallen al goed.
  • Eet regelmatig, zorg voor gezonde eetgewoonten en geef het goede voorbeeld.
  • Het is niet gezond om veel vet te eten. Moedig je puber aan niet veel chips, koek en snoep te eten. Als je vet eet, heb je minder zin in eten. Het is juist goed als je puber tussendoor gezond eet.
  • Maak gezamenlijke maaltijden leuk. Eet rustig aan tafel en zorg voor verschillende smaken.

Lukt het niet om zelf het eetpatroon te verbeteren? Bespreek het ondergewicht dan met je huisarts of jeugdarts. Die kan je adviezen geven en eventueel doorverwijzen naar een diëtist.

Deel dit artikel

Voor jou