Spraakproblemen

Als ouder help je je kind spelenderwijs bij de ontwikkeling van taal, maar misschien heb je het gevoel dat je peuter zich anders ontwikkelt dan andere peuters.

Problemen met praten

Soms heeft een kind problemen met praten zoals stotteren, slissen, of heel schor of hard praten. Dit hard praten kan bijvoorbeeld komen doordat een kind minder hoort.

Soms praat een kind bij andere mensen helemaal niet of alleen heel zacht. Dit kan komen omdat je kind niet durft te praten.

Sommige kinderen hebben problemen in de klankvorming bij het praten (fonologische problemen). Je kind vervangt bijvoorbeeld klanken door andere klanken, of laat sommige klanken of lettergrepen helemaal weg. Terwijl je kind de losse klanken wel goed kan uitspreken. Er zijn dus geen problemen met de spieren die gebruikt worden bij het praten. Bijvoorbeeld: je kind zegt wel de 's' in het woord 'soep' en de 'g' in het woord 'gaan'. Maar je kind spreekt de 'sch' uit als 's'. Dan zegt je kind 'sat' in plaats van 'schat' en 'sool' in plaats van 'school'.

Zoek hulp

Vind je dat de spraak van je kind zich anders of langzamer ontwikkelt dan die van vriendjes? Praat dan met de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau of de huisarts. Of neem contact op met een logopedist in de buurt.

Je kunt het niveau van de taalontwikkeling testen op Kindentaal.nl. Deze testen zijn geschikt voor ouders van Nederlandstalig opgevoede kinderen. Als de test aangeeft dat het niveau van je peuter laag is, bespreek de uitslag dan met de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau.

Deel dit artikel

Voor jou