Voogdij

Een voogd is een persoon of instelling die het gezag uitoefent over een minderjarig kind omdat:

  • de ouders zijn overleden;
  • de ouders tijdelijk niet in staat zijn het gezag uit te oefenen (bijvoorbeeld door ziekte);
  • de rechter het gezag van de ouders (tijdelijk) heeft beëindigd.

Beëindiging van gezag gebeurt meestal door langdurig en ernstig tekortschieten van ouders in hun verantwoordelijkheid om hun kind op te voeden en te verzorgen.

De voogd

Bij overlijden van ouders krijgt een bekende of familielid meestal de voogdij. Als de rechter het gezag van ouders beëindigt, krijgt een gecertificeerde instelling meestal de voogdij.

Voogdij na overlijden ouders

Als ouders kun je zelf een of twee personen aanwijzen als voogd, mocht je overlijden als je kind nog minderjarig is. Je kunt dat laten opnemen in een testament, in een notariële akte of door registratie in het gezagsregister. Een voogd is vaak een familielid, maar kan bijvoorbeeld ook een goede vriend zijn.

De aangewezen voogd hoeft overigens niet de voogdij op zich te nemen als hij dat echt niet wil. De rechtbank benoemt dan een ander geschikt persoon.

Voogdij als ouders gezag niet kunnen uitoefenen

Als ouders ziek zijn of bijvoorbeeld in het buitenland zijn, kan een betrokkene of de Raad voor de Kinderbescherming aan de rechter vragen een (tijdelijke) voogd te benoemen. De voogd kan een familielid of andere bekende zijn, of een gecertificeerde instelling.

Voogdij als kinderbeschermingsmaatregel

Als het kind zich onvoldoende kan ontwikkelen doordat ouders niet in staat zijn een veilige opvoeding te bieden, dan kan de Raad voor de Kinderbescherming aan de kinderrechter vragen (of adviseren) om het gezag van ouders te beëindigen. De rechter kan dan bepalen dat een gecertificeerde instelling de voogdij krijgt voor bepaalde of onbepaalde tijd. Een kind wordt dan voor (on)bepaalde tijd opgevoed in een pleeggezin of tehuis.

Als je kind uit huis wordt geplaatst, bekijkt een hulpverlener samen met jou welke andere hulp jij en je kind verder nodig hebben. De hulp is er zoveel mogelijk op gericht om de relatie tussen jou en je kind te herstellen en andere problemen op te lossen of te verkleinen, zodat je kind uiteindelijk weer thuis kan wonen. Op Richtlijnenjeugdhulp.nl vind je meer informatie voor ouders over uithuisplaatsing.

In acute situaties waarin een volledig raadsonderzoek niet afgewacht kan worden, kan de voogdij ook voorlopig voor een periode van drie maanden worden uitgesproken. Kijk voor meer informatie op Rijksoverheid.nl.

Gezinsvoogd

De rechter kan bij langdurige onmacht of onwil van de ouders ook beslissen tot een ondertoezichtstelling. Dan houden ouders wel het gezag, maar ze moeten de hulp en ondersteuning van een gezinsvoogd van een gecertificeerde instelling accepteren om de opvoeding voor het kind te verbeteren. Beëindiging van gezag en ondertoezichtstelling zijn beide kinderbeschermingsmaatregelen.

Als ouder hoef je het niet eens te zijn met de uitspraak van de kinderrechter. Je kunt hiertegen in hoger beroep gaan. Daar heb je wel een advocaat voor nodig.

Deel dit artikel

Voor jou