Rouwverwerking bij overlijden

Kinderen gaan anders met de dood om dan volwassenen. Wat de dood voor hen betekent, hangt af van hun leeftijd en ontwikkeling. Het is van belang dat hun dagelijkse situatie zo snel mogelijk of zo goed mogelijk doorgaat. Dat geeft houvast.

Van 3 tot 6 jaar

Kinderen in deze leeftijd kennen het verschil tussen leven en dood, en weten dat mensen en dieren dood kunnen gaan. Ze begrijpen alleen niet dat het voor altijd is. Ze zien de dood als iets tijdelijks (‘opa ligt te slapen’). Wel beginnen ze te leren dat dood met verdriet te maken heeft. Ze zijn niet bang voor de dood en kunnen veel vragen stellen. Geef zo open mogelijk antwoord.

Van 6 tot 9 jaar

Nu leren kinderen langzaam dat de dood voor altijd is. Iemand die dood is, komt niet meer terug. Wat dat precies betekent, begrijpen ze nog niet. Ze weten ook nog niet dat iedereen doodgaat. Je kind kan in de war raken of bang worden, bijvoorbeeld dat papa of mama doodgaat.

Op deze leeftijd zijn kinderen vooral op een praktisch niveau met de dood bezig. Je kind heeft behoefte aan feitelijke informatie en belangstelling voor de uiterlijke dingen die bij overlijden horen. Vragen komen vaak heel nuchter over, zoals: ‘Wordt die bril ook verbrand?’ Ze proberen op die manier te begrijpen wat de dood inhoudt.

Van 9 tot 12 jaar

In deze fase weten kinderen dat alle levende dingen dood kunnen gaan. Als je vraagt waarom mensen doodgaan, noemen ze vooral lichamelijke redenen: kanker, oud zijn, een hartaanval of een auto-ongeluk.

Kinderen in deze leeftijd vinden gevoelens zoals angst en verdriet meestal ‘kinderachtig’. Omdat deze gevoelens er toch zijn, vertonen ze soms lastig gedrag of slapen ze slechter. Al laten ze het niet zo merken, aandacht en troost is nodig. Ze kunnen hun gevoelens nog niet precies onder woorden brengen. In een veilige sfeer kan je kind iets van die gevoelens laten zien, zonder dat het er woorden aan hoeft te geven.

Vragen over de dood

Hoe oud je kind ook is, je krijgt misschien vragen over de dood die je liever niet wilt beantwoorden, bijvoorbeeld als oma heel erg ziek is. Toch is het verstandig die vragen zo open en eerlijk mogelijk te beantwoorden. Op deze manier help je je kind het verdriet te verwerken.

Hulp

Misschien vind je het moeilijk om je kind op een goede manier te helpen bij de rouwverwerking. Dit kan komen doordat je zelf ook verdriet hebt. Je kunt vrienden, familie of een goede buur om hulp vragen. Bij de Stichting Achter de Regenboog en op de site van Jonge Helden kun je meer informatie krijgen over het begeleiden van kinderen bij een rouwproces. Uiteraard kun je ook altijd professionele hulp inschakelen.

Deel dit artikel

Voor jou