Motoriek in de eerste maanden

Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Er zijn grote verschillen in de manier waarop kinderen zich ontwikkelen. Er zijn dan ook geen vaste leeftijden te noemen waarop je baby zal gaan grijpen, rollen of kruipen. Ieder kind is anders. De aanleg van je kind bepaalt voor een groot deel hoe het zich ontwikkelt. Maar ook de conditie van je kind en de omgeving waarop je kind reageert zijn van invloed. Het is leuk om ook naar andere kinderen te kijken, zonder al te veel te vergelijken. Jouw kind is tenslotte uniek!

De eerste reflexen

Bij de geboorte heeft je baby een aantal automatische bewegingen: de reflexen. De bekendste reflexen zijn:

  • de zuigreflex. Als je met een tepel, speen of vinger langs de wang strijkt, hapt je baby toe en gaat zuigen;
  • de grijpreflex. Bij aanraking sluit de hand van je baby en houdt vast (de voet aan dezelfde kant doet mee);
  • de schrikreflex of Moro reactie. Je baby spreidt de armen en strekt de benen, bijvoorbeeld bij een hard geluid.

Deze vroegkinderlijke reacties verdwijnen meestal als je baby tussen vier en tien maanden oud is.

Bewust en gericht bewegen

De eerste maanden ontwikkelt je kind zich heel snel en gaat het steeds meer bewust en gericht bewegen. Je baby gaat het hoofd optillen, reiken, tegen iets aan slaan, grijpen en omrollen. Je baby gaat zich op steeds meer verschillende manieren bewegen. De bewegingen worden complexer en je kind kan zich steeds beter aanpassen aan de omstandigheden.

Ontwikkelingsmijlpalen

Iedere baby ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, maar er zit meestal wel een bepaalde volgorde in de vaardigheden die je baby ontwikkelt.

In het begin kan je baby al even het hoofd omhoog houden als je hem op de buik legt. Laat je baby niet alleen als hij op de buik ligt. Je baby kan onbedoeld omrollen, omdat het voor hem nog te zwaar is om het hoofd lang omhoog te houden. De nek- en rugspieren worden steeds sterker, maar je moet het hoofd nog wel steunen als je je baby oppakt.

Daarna vindt je baby het leuk om zich aan je vingers op te trekken tot hij half zit of helemaal zit. Je baby gaat nu de handen open en dicht doen en ongerichte grijpbewegingen maken. Als je kind op de buik ligt, steunt het op de onderarmen en tilt hoofd en borst op.

De jeugdgezondheidszorg

De jeugdarts en de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau kijken hoe je baby groeit en zich ontwikkelt. Zij kijken hoe je baby beweegt, de volgorde waarin je baby bepaalde vaardigheden ontwikkelt en op welke leeftijd. Zij volgen de ontwikkeling van je kind in de eerste vier jaren en kunnen je helpen als de ontwikkeling anders verloopt dan normaal.

Deel dit artikel

Voor jou